Rond 2009 heb ik diverse theses geschreven in het kader van de Bachelor – Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ondanks dat mijn eerste begeleider Detlev Patzold had aangegeven de these goed te keuren, had ik er veel moeite mee dat tweede lezers telkens afhaakten. Mijn idealisme was dermate sterk dat ik besloot te stoppen met de opleiding, ondanks dat ik ook de benodigde punten zou krijgen met 1 begeleider, ik alle vakken reeds had gehaald en het een paar duizend euro extra studieschuld betekende.
Ik heb altijd wel begrepen waarom de these zo moeilijk doorgang vond, maar ik kon me moeilijk conformeren aan de geëiste standaard van het werken volgens voorgeschreven methodes en het uitwerken van een sterk gekaderd smal onderwerp. In mijn masterthese voor de psychologie had ik dit wel gedaan, dat voelde als een complete verloochening van mezelf. Bij deze these wilde ik dichter bij mijzelf blijven, in vorm, stijl en inhoud. Mijn verbintenis met deze theses is voor mezelf dan ook goud waard. Het is een zelfportret van mijn denken, dat ik nu, 15 jaar later nog steeds koester.
De these was zeer kritisch op mijn eigen vakgebied, de psychologie die een steeds meer Beta-wetenschappelijke methode ging hanteren. Ik zag daar tijdens mijn studie grote problemen mee.
- De roekeloze hypothesevorming, zonder logisch denken vooraf, leverde veel nutteloos onderzoek op.
- Het gespeel met de statistiek naar gewenste uitkomst.
- Het verzinnen van data, dit bleek geen probleem bij mijn propedeuse. Later bleek deze begeleider ook voor eigen onderzoek veel data te hebben verzonnen, en liep hiermee tegen de lamp.
- Het normatieve werd zogenaamd gescheiden van het vakgebied, maar ging er toch vaak achter schuil.
- Alle aandoeningen worden geclassificeerd als stoornis, als een tekortkoming, terwijl er vaak ook adaptaties ten grondslag liggen aan bepaalde aandoeningen.
- Diagnosticeren lijdt teveel tot het externaliseren van oorzaken, en ontdoet patiënten van eigen verantwoordelijkheid en leidt dikwijls tot een fatalisme.
- De toenemende invloed van de farmaceutische industrie.
Wetenschap is een scheppende activiteit, en daar licht ook zijn kracht. Het probleem is echter dat de wetenschap vaak verzaakt zichzelf te begrijpen als scheppend, het neemt niet zijn verantwoordelijkheid, maar verschuilt zich dikwijls achter de laffe act van ‘ontdekken’. Ik merk dat de teksten die ik toen schreef steeds relevanter worden; wetenschap ligt op het ziektebed, de maatschappelijke relevantie neemt af. Het is daarom dat ik besloten heb ze hier te delen.